Mama worden doe je niet voor even, of voor half je leven. Het is voor altijd en overal. Je wil je kind grootbrengen en beschermen elke dag, ook als dat niet mag. Je wil de weg wijzen als het nodig is en je wil supporteren langs de zijlijn. Je wil mee genieten van elke mijlpaal op de weg.
Voltijds mama en maar halftijds kunnen doen wat een mama hoort te doen is verdorie moeilijk. Het is een oefening in loslaten en wel één van de moeilijkste categorie. Je doet het niet vanzelf en je leert het niet. Er was geen opwarming, geen voorbereiding. Het went ook niet.
Niet weten of zijn knuffel mee gaat slapen, niet weten hoe het avondritueel daar verloopt, die andere week. Niet weten of hij goed geneest. Niet zien en horen hoe hij lacht, niet kunnen troosten als hij valt. Niet weten hoe zijn eerste schooldag was en niet weten of hij de juiste preek kreeg na zijn eerste vechtpartij. Hoe ziet zijn bed, zijn kamer en de rest van het huis eruit? Is het warm en gezellig? Hoe is de nieuwe vriendin? Is ze lief voor hem? Vragen die door mijn hoofd spoken, maar waar geen antwoord op komt.
Als ik hem weer los moet laten doe ik dat in de beste omstandigheden. Een lekker avondmaal, fris gewassen, tanden extra lang gepoetst. Zo kan hij er even tegen als dat nodig zou zijn denk ik dan.
Liefst zou ik hem in een doos steken, ik zou er in grote letters BREEKBAAR op schrijven zodat iedereen weet dat ze voorzichtig moeten zijn. Hij is gevoelig wil ik zeggen, zo van die grote mond en dat klein hartje. Ik ken ze nog niet de vrouw die de andere week de 'mama-rol' opneemt. Ik vertrouw ze wel. Ik moet ook wel. Loslaten, ik kan het wel, maar het is een vermoeiende rit.
Of ik zou hem in bubbeltjesplastiek willen inpakken. Zo heeft hij een leuk tijdverdrijf, wij doen dat graag bubbeltjes plat knijpen. En het geeft hem ook een zachte beschermlaag. Een laagje dat kan dienen als surrogaatmama. Een laagje zachtheid.
En als ik hem weer terugkrijg wil ik genieten. Heel hard genieten en zo kan ik fijne momenten wel eens doodgenieten. Ik wil ze op mijn netvlies branden, ik wil zijn heerlijke lach onthouden. Ik wil zijn geur, zijn kleur, zijn toon vasthouden. Het in een potje steken om af en toe eens open te doen en zo een reis in de tijd te maken.
Doodgenieten is een beetje als zand vastknijpen, hoe harder je knijpt, hoe meer er door je vingers glipt. Maar ik oefen en train. Ik probeer in het hier en nu te blijven, want bij de gedachte dat hij weer weggaat knijp ik soms te hard. Nu kijk ik uit naar onze vakantie samen, genieten in het hier en nu, maar niet doodgenieten. Denken aan vandaag en niet aan morgen.
Mijn missie: mensen en organisaties laten groeien. Ik ben nieuwsgierig en stel de wereld graag in vraag. Ik hoop dat ik je nieuwe inzichten kan bezorgen, je blik kan verruimen, je kan inspireren en je kan doen lachen. Ik haal mijn inspiratie uit het leven, toevallige ontmoetingen, uit de mensen rondom mij, uit TED-talks en uit boeken.
26 juli 2016
14 april 2016
Uitgeperste citroenen mevrouw Rutten
In de pers deze week: een gevechtje tussen Gwendoline Rutten en Peter Mertens. Ik neem de boze brieven door en frons mijn wenkbrauwen. Beiden halen af en toe sterke argumenten aan en ik lees onzin. Ik wil niet polariseren of partij kiezen. En zeker niet met modder gooien, dat laat ik aan hen over.
Het gaat hier ook niet over de begrotingsronde, maar één uitspraak uit de boze brieven laat me niet los.
Het zwakste argument van Gwendoline Rutten, ik citeer : Het beeld dat u wil ophangen van werknemers die als uitgeperste citroenen de gesel van de patron moeten ondergaan, hoort wat mij betreft tot de voltooid verleden tijd.
Recent onderzoek (uitgevoerd door de KUL en breed uitgesmeerd in de pers rond 8 maart 2016), wees uit dat 1 op 3 werknemers last heeft van overmatige stress EN dat de oorzaak van burnout vaak bij de werkgever ligt. De werkgever die onredelijke eisen stelt en verantwoordelijk is voor een slechte sfeer (een sfeer van wantrouwen). Tja uitgeperste citroenen, ik vrees dat het razend actueel is en geen 19de eeuws symptoom.
Ik kom door mijn job in contact met werknemers uit verschillende organisaties. En meer en meer met 'uitgebluste' werknemers. Ik leer hen tools aan om veerkrachtiger in het leven te staan. Om beter te leren omgaan met de eisen die onze maatschappij stelt. Volgens mij is werken aan het welzijn van medewerkers een EN EN verhaal. Een gedeelde verantwoordelijkheid van individu (werknemer) en van de leidinggevende (werkgever). Elk individu kan zich sterker en weerbaarder maken. En dat raad ik trouwens iedereen aan.
Er zijn heel wat zaken die werknemers zelf kunnen doen om staande te blijven. Denk aan mindfulness, single-tasken, beter prioriteiten stellen, anders omgaan met de mailbox, nee leren zeggen, het inzetten van eigen talenten en keuzes maken vanuit de eigen waarden. Ik kan nog wel even doorgaan over de tools die elk individu kan aanwenden om veerkrachtiger te worden. Maar.
Maar wat leveren deze hulpmiddelen op als de werknemers angst hebben om nee te zeggen? Wat als er ze helemaal geen inspraak hebben in hun takenpakket? Wat als ze als marionetten geplaatst worden zonder dat er rekening gehouden wordt met hun noden en interesses? Wat als medewerkers zich niet gehoord en al helemaal niet gewaardeerd voelen? Wat als werknemers het gevoel hebben dat ze het onderste uit de kan halen, maar het nooit goed genoeg is voor de werkgever? Wat dan?
Dan voelen ze zich als een 'uitgeperste citroen' mevrouw Rutten. En die mensen lopen vandaag (april 2016) jammer genoeg, nog rond. En die leidinggevende 'van de oude stempel', die macht aanwendt en niet luistert naar zijn medewerkers, die is ook niet uitgestorven mevrouw Rutten. Dit ras (ook wel de autoritaire leider) wordt bedreigd en dat is goed nieuws, maar van uitsterven is nog geen sprake.
Er wordt aan gewerkt, maar ons droombeeld is nog niet in zicht. Het nieuwe werken doet zijn intrede. De kwetsbare leider bestaat, coachend leiderschap is actueel, maar we hebben nood aan veel meer mensen als Wouter Torfs en Frank van Massenhove... Dan kunnen we samen dromen van een wereld zonder uitgeperste citroenen. Wat zou dat tof zijn (en wat een besparing!).
4 maart 2016
Over ziek zijn en het druk druk druk virus
Ziek zijn, dat kan nu niet! Geen tijd voor, teveel te doen. Niets aan te doen, deze keer was het serieus, mijn lichaam deed het licht uit. Doorgaan was geen optie meer.
Na 3,5 dagen zweten en rillen in bed, nestelde ik me in de zetel en zag toevallig een aflevering waarin Jaques Vermeire (een zieke mens kijkt rare dingen) stelt 'dat men in sommige beroepen (zoals het zijne) niet ziek kan zijn'. Hoewel ik het bullshit vond, hield de uitspraak me toch bezig.
Terwijl ik de ziel uit mijn lijf hoest, waardoor ik elke buikspier pijnlijk voel opspannen, besluit ik hem een beetje gelijk te geven. Het is inderdaad in veel beroepen, en voor veel mensen moeilijk om ziek te zijn. En dat baart me zorgen. Ik denk na over mezelf. Ik weet dat ik zelf schuldig ben, maar het is ook het gevolg van een opholgeslagen en zichzelf uitputtende maatschappij en van weinig solidariteit in onze maatschappij en op onze werkvloer. Een gedeelde verantwoordelijkheid?
Terwijl ik de ziel uit mijn lijf hoest, waardoor ik elke buikspier pijnlijk voel opspannen, besluit ik hem een beetje gelijk te geven. Het is inderdaad in veel beroepen, en voor veel mensen moeilijk om ziek te zijn. En dat baart me zorgen. Ik denk na over mezelf. Ik weet dat ik zelf schuldig ben, maar het is ook het gevolg van een opholgeslagen en zichzelf uitputtende maatschappij en van weinig solidariteit in onze maatschappij en op onze werkvloer. Een gedeelde verantwoordelijkheid?
Toegeven aan je baas, je klanten, je publiek en je familie dat ze even niet op je kunnen rekenen EN toegeven aan jezelf dat je moet rusten vraagt moed. Het is niet hip, niet sterk, een beetje flauw misschien. Druk druk druk is in, ziek is uit.
De drempel om ziek te zijn is hoog, de consequenties van een paar dagen rust zijn vaak groot. Een overvolle mailbox bij terugkeer en alle afspraken opnieuw inplannen, het gevoel van niet gemist kunnen worden, ... Onze werkcontext is vaak ook weinig solidair. Hoewel ik de beste collega's heb, kunnen zij geen werk overnemen. Ook zij hebben het druk druk druk ( besparingen in het onderwijs, als u wil kan ik daarover ook een boom opzetten). Maar ook in andere sectoren moeten we het vaak alleen oplossen of worden collega's die nog langer volhouden en eigen signalen negeren overladen door die collega's die thuis zitten omdat ze te lang volgehouden hebben (wat een vicieuze cirkel).
Door de grote drempel om ziek te zijn en alle consequenties die erbij komen, negeren we belangrijke signalen, vragen we een paardenmiddel aan de dokter en negotiëren we over onze rusttijd. We trachten de schade op ons werk te beperken, maar doen ons lichaam hiermee tekort.
Als we toch moeten thuisblijven, voelen we ons schuldig tegenover ons werk (het 'Heilige werk' nam de plaats in van die andere Heilige), wat maakt dat we niet kunnen ontspannen en loskomen van dat werk. Bij ziekte een laptop mee in bed en de telefoon op het nachtkastje... We geven ons niet over aan de vermoeidheid of de ziekte, we vechten ertegen. Het vechten en de schuldgevoelens putten nog meer uit.
En het negeren van onze signalen, onze alarmsignalen die aangeven dat ons lichaam (en geest) rust nodig hebben, ons sterk houden, leidt op langere termijn tot uitputting, tot burn-out,....
En dat kost ons, onze werkgever en onze maatschappij nog veel meer. We hollen maar door, durven niet nee zeggen of ziek zijn, er is ook geen ruimte bij collega's om op te vangen. Het is altijd van 'druk druk druk'. We gaan met zen allen in overdrive. Het druk druk druk virus is allomtegenwoordig.
We negeren elk oranje licht, want stoppen is zo moeilijk en voor je het weet sta je voor rood.
We moeten leren stoppen voor oranje en onze lichaamsignalen serieus nemen en onze omgeving, werkgever en collega's, mogen ons hierbij steunen. Een gedeelde verantwoordelijkheid en gezamenlijke uitdaging.
Abonneren op:
Posts (Atom)